Het Verdrag van Aarhus
Het verdrag van Aarhus, waarbij Nederland partij is, geeft bepaalde rechten waar Nederland niet omheen kan. Deze rechten zijn niet goed overgenomen in nationaal recht, maar dat had wel gemoeten.
Inspraak en het verdrag van Aarhus #
Het verdrag van Aarhus is een verdrag waarin 40 partijen, waaronder de Europese Unie, hebben afgesproken het volgende te garanderen:
- recht op toegang tot milieuinformatie;
- recht op inspraak bij besluitvorming over milieu-aangelegenheden; en
- recht op toegang tot de rechter inzake milieu-aangelegenheden.
Het verdrag is daarnaast geratificeerd (vastgesteld) door diverse staten, in ieder geval door alle lidstaten van de Europese Unie. Belangrijk om te weten: onder de definitie van ‘milieu’ die de EU hanteert, valt ook natuur.
Unierecht #
Omdat de Europese Unie het verdrag ook zelf heeft geratificeerd is het Europees recht ofwel Unierecht geworden. Daardoor heeft het verdrag directe werking. Dat betekent dat de bepalingen van het verdrag door burgers of burgerinitiatieven kunnen worden ingebracht in procedures zoals bezwaar en beroep.
De lidstaten, dus ook Nederland, mogen geen wetten of regels vaststellen die een minder vergaand resultaat opleveren dan het verdrag. Veel wetten zijn aangepast door het verdrag, maar niet alle aanpassingen zijn doorgevoerd. Nederland negeert fouten in nationaal recht en herstelt deze niet, of niet op tijd.
Het Varkens in Nood-arrest #
In een bepaalde zaak had de stichting Varkens in Nood geen zienswijze ingediend, maar vervolgens wel beroep ingesteld bij de rechtbank Limburg. De rechtbank meende dat de nationale verplichting om voorafgaand aan bezwaar deel te nemen aan de inspraak in strijd is met het verdrag van Aarhus. Nu mag een rechter niet zelf toetsen. Bij een dergelijke strijdigheid kan de nationale rechter echter wel zogenaamde prejudiciële vragen stellen aan het Europese Hof van Justitie. Simpeler gezegd: als tussenstap werd de zaak behandeld door de hoogste rechter, namelijk het Europese Hof.
Dat oordeelde dat het nationale recht inderdaad niet klopte (dat staat in het zogenaamde Varkens in Nood-arrest van het Hof, ECLI:EU:C:2021:7).
De gevolgen waren groot, want nu bleek dat de Raad van State meervoudig had gefaald, zowel bij het toetsen van de wetswijziging (van de Awb) als bij het uitspreken van een oordeel in hoger beroep.
In een later beroep heeft de Raad van State erkend dat de wet niet klopte, ECLI:NL:RVS:2021:953
“Ook toegang tot de bestuursrechter voor niet-belanghebbenden:
4.6. Anders dan is bepaald in artikel 8:1 van de Awb leidt het arrest van het Hof ertoe, dat een niet-belanghebbende die op grond van een wettelijke bepaling op het terrein van het milieurecht een zienswijze naar voren heeft gebracht over een ontwerpbesluit, gelet op artikel 9, derde lid, van het verdrag niet kan worden tegengeworpen dat hij geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, als hij vervolgens tegen het besluit beroep instelt. Dit behoeft aanpassing door de wetgever.”
Wetswijziging #
Nu moet dus de wetgever de wet wijzigen. De eerste stap is gezet, een wetsvoorstel is ter inzage gelegd, zie ‘Internetconsultatie over het wetsvoorstel tot wijziging van de Awb.
Hoe het daarmee stond was bij schrijven van deze pagina (april 2024) onbekend.
Over de relatie tussen de bepalingen van het Verdrag van Aarhus en de Habitatrichtlijn zijn zienswijzen ingediend.
Intussen is er een inbreukprocedure gestart door de Europese Commissie.
Dit onderdeel van het bestuursrecht, met grote relevantie voor burgers en burgerinitiatieven die zich hard willen maken voor de bescherming van natuur en milieu, is dus in beweging. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten.